Je vennootschap beëindigen, waarschijnlijk het verst van je bed verwijderd als je pas start. En toch denk je er maar beter op tijd aan. Of toch tenminste aan de eindafrekening en de laatste fiscale verrassing die je daar nog te wachten staat. De liquidatiebelasting. Al hoeft dat geen verrassing te zijn, en kan je die zelfs vermijden door liquidatiereserves aan te leggen.

Wat die liquidatiebelasting is en wat de voor- en nadelen van liquidatiereserves zijn, lees je hieronder.

Wat is liquidatiebelasting?

De liquidatiebelasting is de belasting die je betaalt bij het liquideren, oftewel ontbinden, van je vennootschap. Wanneer je dus beslist om je vennootschap stop te zetten (en niet over te dragen), komt ook de fiscus aankloppen voor haar deel. Die zal een belasting aanrekenen van 30% op alle opgebouwde reserves die niet werden uitgekeerd als dividend, en op de winst na belastingen (incl. eventuele meerwaarden op activa) van het laatste boekjaar.

Liquidatiereserves: vermijd liquidatiebelasting

Verslikte je je net in je koffie toen je las dat je 30% liquidatiebelasting moet betalen wanneer je je vennootschap ontbindt? Kom dan nu maar tot rust, want er is een manier waarop je dat hoge percentage omlaag krijgt. Dat kan door na het einde van elk boekjaar een liquidatiereserve aan te leggen. Je beslist dan om een deel van de winst te reserveren als liquidatiereserve. Uiteraard is dit niet belastingsvrij. Je betaalt naast je vennootschapsbelasting proactief 10% liquidatiebelasting op die reserve.

Voordelen van liquidatiereserves

Waarom zou je liquidatiereserves aanleggen als je daar alsnog 10% belastingen op betaalt?

Wel, omdat het bij die 10% blijft. En da’s een pak minder dan 30%.

Laat ‘t ons uitleggen.

Een liquidatiereserve ‘beschermt’ je als het ware tegen de toekomstige liquidatiebelasting doordat dit als ‘sluitend’ wordt gezien bij ontbinding. Er volgt geen extra liquidatiebelasting meer op de aangelegde reserve. Je betaalt dus in totaal maar 10% in plaats van 30%.

En er is nog een voordeel! Je kan deze liquidatiereserve al na vijf jaar uitkeren als een dividend. Je betaalt dan een extra 5% roerende voorheffing. Ook dit is lager dan gewoonlijk. Die 10% belasting op je liquidatiereserve + 5% roerende voorheffing op de uitkering daarvan als dividend is samen nog altijd lager dan de gebruikelijke 30% roerende voorheffing bij een ‘gewoon’ dividend.

Zijn er ook nadelen aan liquidatiereserves aanleggen?

De belastingen die je betaalt op zo’n liquidatiereserve zijn beduidend lager dan liquidatiebelasting wanneer je die reserves niet hebt. Klinkt mooi, toch! En dat is het ook. Maar als je nu meteen naar je boekhouder loopt om die reserves aan te leggen, bespreek dan eerst ook eens of het wel een goed idee is.

Want je moet er natuurlijk rekening mee houden dat je op het moment dat je die reserve aanlegt, meteen die 10% liquidatiebelasting moet ophoesten. En dat kan een behoorlijk hoog bedrag worden, iets wat cashflow-gewijs misschien niet mogelijk is.

Daarom bespreek je dit best elk jaar opnieuw met je boekhouder. Je kan elk jaar opnieuw kiezen of je een liquidatiereserve aanlegt, of je dit op het maximale bedrag doet of een lager bedrag, of gewoon niet. Een financieel strategisch plan helpt je om die beslissing te nemen.

Bespreek ‘t met je boekhouder

Denk je eraan om liquidatiereserves aan te leggen? Bespreek het met je Finezz-dossierbeheerder, die weet er alles van. Nog geen klant bij Finezz, maar wil je dat graag worden? Boek dan hier een kennismakingsgesprek.