Geld uit je vennootschap halen, hoe pak je het aan?
Heb jij een vennootschap of maak je deel uit van eentje? Dan wil je natuurlijk ook graag privé genieten van de inkomsten die je met je bedrijf gegenereerd hebt. Maar … je kunt niet zomaar doen wat je wilt met het vermogen van een vennootschap. Finezz somt in deze blog enkele fiscaal aantrekkelijke opties op voor bestuurders en aandeelhouders die geld uit hun vennootschap willen halen.
1. Bezoldiging voor de bestuurder
De meest logische manier om geld uit je vennootschap te halen is natuurlijk jezelf als bestuurder maandelijks een loon uitbetalen. En ook aan het einde van het boekjaar kun je een extra bezoldiging voorzien, een zogenoemde tantième. Het nadeel hiervan is wel dat je op die bedragen 25 tot 50% personenbelasting en sociale bijdragen betaalt.
2. Dividend voor aandeelhouders
Heeft je vennootschap winst geboekt? Dan kan er een dividend uitgekeerd worden aan de aandeelhouders. In dat geval heb je meerdere mogelijkheden.
Een standaarddividend
Je ontvangt als aandeelhouder een deel van de beschikbare reserves. Op dat bedrag betaal je 30% roerende voorheffing.
Een dividend uit de liquidatiereserves
Een dividend uit de liquidatiereserves kun je in principe op elk moment uitbetalen, als je aan bepaalde voorwaarden voldoet. Maar pas vanaf minstens vijf jaar na de aanleg van de liquidatiereserve is het echt fiscaal interessant.
- Een vennootschap betaalt 10% belasting op de liquidatiereserve op het moment van de aanleg van de reserve, met andere woorden: na het einde van het boekjaar waarin de winst gemaakt werd, samen met de aanslag vennootschapsbelasting.
- Vervolgens betaal je nog eens 5% roerende voorheffing op het moment van de uitkering van de reserve, na minimaal vijf jaar. Als je wacht tot de liquidatie van de vennootschap, is de roerende voorheffing 0%.
Een VVPRbis-regeling
Met een kleine vennootschap heb je nóg een mogelijkheid als het om dividenden gaat en als je bedrijf na 1 juli 2013 is opgericht: VVPRbis. Je kunt dan onder bepaalde voorwaarden dividenden uitkeren tegen 15% roerende voorheffing voor de winstverdeling van het derde boekjaar en de daaropvolgende boekjaren.
3. Huur, intrest en leningen voor zaakvoerder of aandeelhouders
Naast bezoldigingen en dividenden zijn er nog manieren om geld te verplaatsen of uit je vennootschap te halen. Denk maar aan een gebouw verhuren of een lening aangaan van of aan je vennootschap.
Huur
Je kunt een gebouw verhuren aan je vennootschap, als het om beroepsmatig gebruik gaat. De huur is voor zaakvoerders dan begrensd. Overschrijd je die grens? Dan wordt dat deel als loon beschouwd en bijgevolg zo belast, waardoor het niet meer de moeite loont.
Intrest
Heeft je vennootschap extra liquide middelen nodig? Dan is het mogelijk om als zaakvoerder of aandeelhouder een lening toe te staan aan de vennootschap. Op die lening kun je intrest aanrekenen. Voor 2020 bedroeg die 4,06%.
Op de intrest betaal je 30% roerende voorheffing. Stel dat je 10.000 euro uitleent aan je vennootschap gedurende een jaar, dan kun je 406 euro intrest aanrekenen. Daarvan ontvang jij 70%, wat neerkomt op 284,2 euro.
Rekening-courant
Het omgekeerde kan ook. Wanneer jij privé cash nodig hebt, kun je een tijdelijke lening bij je vennootschap aangaan mét een contract dat het precieze bedrag aanduidt. Je moet hiervoor aan heel wat voorwaarden voldoen, maar betaalt dan wel een lagere intrest.
Als je gewoon geld van de rekening van je vennootschap haalt – zónder contract – is dat kostelijk, vooral als de rekening-courant daardoor een negatief saldo krijgt. De debetrente bedroeg voor het inkomstenjaar 2020 maar liefst 10,2%.
Hopelijk heb je wat inspiratie opgedaan om op een fiscaal vriendelijke manier geld uit je vennootschap te halen. Meer tips om je vennootschap slim te beheren? Geef Finezz Accountants een seintje!